Werkwijze

De beelden van Peter Pel worden op een bijzondere wijze gemaakt.

Eerst wordt een basisvorm, een naakte vrouw of meisje, geboetseerd van was, klei of gips. Van de onderdelen van deze basisvorm zoals hoofd, romp, armen en benen worden gietmallen gemaakt.  Daarin wordt harde was gegoten, dusdanig dat holle vormen ontstaan. Deze afzonderlijke delen worden weer aan elkaar gesmolten waarna het geheel met fijne boetseerwas in detail afgewerkt en aangekleed wordt. De basisvorm wordt maximaal 6 keer herbruikt, maar de uiteindelijke vorm wordt elke keer anders.

Omdat bij het bronsgieten gebruik wordt gemaakt van de verloren was-methode ('Cire perdue') waarbij de wasvorm volledig verdwijnt, moet voor ieder beeld dit proces opnieuw doorlopen worden. Alle beelden krijgen hierdoor hun eigen karakter en uitstraling. Ook de patina verschilt per beeId.
Peter Pel in zijn atelier